U bevindt zich hier: Verslagen > Meerval uit de Ardennen

Meerval uit de Ardennen

In de zomer van 2006 zijn we voor de eerste maal op vakantie geweest naar een prachtig vakantiehuis in de Belgische Ardennen. Aan dit ruime huis ligt een meer van enkele hectaren groot met dieptes variërend van 1 tot 7 meter. Als fanatieke roofvissers hadden we ons hier toegelegd op het jagen naar mooie en liefst grote snoeken. Dat lukte min of meer totdat ik plots tijdens een onweerachtige valavond een run kreeg op de hengel die met een kleine dode brasem beaasd was. Snel de hengel van de steun genomen en de haak gezet. Meteen voelde ik dat het wel een heel forse snoek moest zijn aan de andere kant van de lijn. De vis bleef met grote regelmaat door de slip gaan maar bleef echter dicht tegen de bodem aan zwemmen. Pas vlak voor het schepnet - het was ondertussen al donker geworden - zag ik een slangachtige vis bovenkomen. "Meerval!" riep ik, lichtelijk in paniek. Na twee pogingen zat hij veilig in het net en kon de meerval op de oever gehesen worden. Vlug hebben we de vis onthaakt, gemeten en daarna gewogen. Het verdict luidde 134 cm op een gewicht van 14 kg. Nog enkele foto's genomen en hierna zwom hij al weer weg... Wat een bijvangst!

Later heb ik op dezelfde stek, een hardere ondiepe plaat op een tiental meter uit de kant nog een gelijkaardige run en sterke vis aan de haak gehad. Ditmaal echter was het gevecht al na enkele seconden afgelopen, de vis was losgeschoten. Zouden er meerdere meervallen rondzwemmen op dit water? Dit vroegen we ons luidop af.
Drie zomers later, in 2009, zijn we er teruggekeerd. Zij het echter nu met een ietwat andere instelling dan in 2006. Na het boek ‘Meervalkoorts’ van Lucas van der Geest gelezen te hebben, besloot ik om het boeiensysteem hier te gaan toepassen. Aan een zijde van het water was me een diepe geul met een diepte tot 7 meter opgevallen. Onder andere net achter deze geul besloot ik een van de boeien te plaatsen zodat de levende aasvis hier zijn/haar werk kon doen. De onderlijnen werden beaasd met ter plaatse gevangen voorns van een 20-25 cm lang die op hun beurt aan de breeklijnen werden bevestigd. Nu was het enkel afwachten…
Die eerste nacht vingen we een mooie snoek van net geen meter die de voorn gegrepen had maar de breeklijn met een trekkracht van 7 kg echter niet had weten over te trekken.
De tweede nacht rond middernacht kromde de hengel met de aasvis boven de geul zich plots vervaarlijk. Op hetzelfde moment zagen we de boei van links naar rechts varen, schudden en bijna ondergaan! In vergelijking met de snoek van vorige nacht kon dit enkel het werk van een meerval zijn. Na enkele seconden was het spektakel helaas afgelopen.  “Damn!”  Geen vis meer aan de haak, enkel een gehavende voorn. Wat was er misgegaan? De enige oorzaken die ik kon bedenken was dat enerzijds de breeklijn te sterk was of anderzijds het gewicht van de boei te licht was. De boei was immers een stuk verschoven van plaats.
’s Anderendaags hebben we de boeien zwaarder verankerd en ’s avonds namen we opnieuw plaats op het mooie terras boven het water om te kijken naar wat de nacht ging brengen. We konden enkel een paar snoeken betrappen op het stelen van een aasvis.

Ik begon te twijfelen of er wel meer dan één meerval op het water zwemt. En zou deze dan nog opnieuw toehappen voor we weer naar huis zouden keren?
Het was erg fijn in dromenland totdat ik plots gewekt werd door een piepende Delkim en een rinkelend belletje. De hengel stond al goed krom en de boei lag stil, dus de breeklijn was gebroken. Opnieuw een meerval!
Tijdens het drillen voelde ik opnieuw wat ik drie jaar eerder meemaakte: een vis die meerdere runs nam en dicht tegen de bodem bleef… Het duurde allemaal wat minder lang deze keer – mede door de hogere testcurve van de hengel en zwaardere molen – en even later zag ik een lange staart door het wateroppervlak klieven en konden we de vis vrijwel meteen in het grote karperschepnet verwelkomen.  Een meerval van 136 cm lang en 16 kg zwaar was even van mij.
Na het terugzetten van de vis ben ik meteen de foto’s beginnen vergelijken en het werd me al snel duidelijk dat het dezelfde meerval van drie zomers geleden betrof. Dit exemplaar is in de periode 2006-2009 slechts 2 cm gegroeid en 2 kg bijgekomen. Misschien komt het door de ligging van het water of is een gebrek aan voedsel de oorzaak? De snoeken die we hier vingen waren alleszins meer wel dan niet graatmager. Toch was er steeds voldoende witvis te vangen. Uiteindelijk is het bij deze ene meerval gebleven. Het blijft een raadsel of er meerdere meervallen rondzwemmen maar één ding staat vast: hier komen we ooit nog eens terug!

Hans Kenis.

vrijdag 17 juni 2011