U bevindt zich hier: Verslagen > Ronald op avontuur naar de PO

Ronald op avontuur naar de PO

7 september, het is 6:00 en de wekker is zojuist gegaan, snel spring ik in mijn kleren en pak mijn spullen bij elkaar. Ik zit voor mijn werk, als projectleider bij ontwerpbureau VanBerlo, in midden Duitsland in een hotel. De laatste week ben ik bezig geweest met het afmonteren van het eerste 0-serie model van een futuristische multimedia afzuigkap “iHood” genaamd (mocht je geïnteresseerd zijn: http://www.gutmann-exklusiv.de/de/produktwelt/optima/ihood/ihood.html), deze wordt de week er op voor het eerst op de MOW beurs gedemonstreerd. Deze ochtend ga ik nog snel ff, de vannacht aangepaste montagetekeningen, met de klant doornemen en dan stap ik in een volgeladen auto en vertrek ik richting eindbestemming Italië; rivier de Po. Met dank aan mijn baas kan ik een week eerder dan geplant van mijn vakantie gaan genieten en ik prijs me gelukkig met een vrouw die me ook deze niet heel goedkope trip van harte gunt.
Na enkele maanden iets te veel en te hard werken is het eindelijk tijd voor vakantie. Zo voelt het nu echter nog niet, ik rijd over veel te drukke Duitse wegen richting de Oostenrijkse grens, ff een autobaan vignet halen en weer door. Pas op het moment dat de TomTom aangeeft dat ik via de Brenner pas door de Alpen ga rijden komt er een glimlach op mijn gezicht, eindelijk kan ik een “Guilty Pleasure” van me in vervulling laten gaan. Even later zit ik dan ook hardop in de auto de Henk Wijngaard hit “met de vlam in de pijp, scheur ik door de Brenner pas” te zingen. NU kan het genieten beginnen. Ik rijd tussen prachtige bergen en over eindeloze kronkel weggetjes, menigmaal denk ik dat de TomTom me door niemandsland stuurt, maar de aankomsttijd blijft OK, dus ik maak me nu zeker niet druk.
Eenmaal door de Alpen heen veranderd het landschap abrupt en wordt het opeens vlak, Italië! YES! Ik moet echter nog wel enkele uurtjes over de tolweg doorrijden voordat ik bij het “wallercamp am Po” aankom, maar dat deert totaal niet. Meerval ik kom er aan!
Rond de klok van 3 uur steek ik eindelijk de brug van de Po over, een snelle blik op het water verteld me dat de omstandigheden op dit moment perfect zijn. Het schuim op het water betekend namelijk dat het water gestegen is en dat maakt de vissen dol en bijtlustig. 10 minuten later sta ik op de bootstijger en kijk naar een meerval van 225 cm welke juist is gevangen en nu op 83 kg wordt gewogen. Dit belooft wat :)
Een beetje onwennig sta ik in het camp tussen grote brede kerels welke bijna allemaal gehuld zijn in Black Cat outfits, niet verwonderlijk want dat zijn ook de organisatoren van mijn trip. Op de bootsteiger maak ik meteen kennis met Stefan en Benni welke mij en 5 anderen deze week zullen gidsen over de Po. Ik ben een dag te vroeg, dus kan helaas nog niet het water op omdat de huidige gasten op dit moment alles aan het opruimen zijn en de boten schoonmaken. Uitgeput van de lange rit en de werkweek zet ik mijn stretcher op achter de auto en ga ff een tukje doen. Als ik na een uurtje wakker wordt blijkt pas echt hoe los de vis is. Stefan en Benni zijn samen met de camp eigenaar Bernard even een uurtje wezen spinvissen en hadden 4 vissen en verspeelde er nog eens 4 waaronder een van de reuzen in dit gebied. Een vis welke bekend staat als de Lange en welke dik over de 250 cm en 110 kg gaat, in dit geval was Benni de ongelukkige. De vissen welke gevangen werden braakte stuk voor stuk meerdere dikke harders uit, sommige tot wel 6 stuks (+/- 8 a 10 kg vis), blijk van het vreet festijn dat hier vandaag en gister had afgespeeld.
Die zelfde avond ontmoet ik mijn collega’s voor de week en worden de vangsten van de vissers van deze week gezamenlijk gevierd. Een man had echt mazel met de afgelopen nacht 2 vissen van 242 cm en 252 cm. Allen waarschuwen ze ons voor spierpijn de komende week. Ook maken we meteen kennis met de (ontembare) dorst van onze gidsen, hopelijk verdrinken ze zichzelf niet hahaha. Na een goede nachtrust onder de sterren in een veel te warme slaapzak worden we de volgende ochtend gewekt door de hete zon en weer een bak van een meerval op de steiger, 235 cm dit keer. Dit lijkt niet op te kunnen.
Die ochtend bepalen we wie er met wie meegaat deze week. Drie jongens willen persé met Stefan mee, ik ga samen met Cris met Benni mee. Onze derde man Klaus gaat enkel voor de karper en heeft zich aan de overzijde in de haven ingegraven en blijft de hele week daar zitten. Deze ochtend en middag zitten we bij hem om aasvissen te vangen. Dit lukt de eerste paar uur slecht, maar dan komt er beweging in en vangen we binnen twee uurtjes een flink net vol grote (+45 cm) brasems en doe ik mijn bijnaam, welke ik in een eerder camp kreeg, “Brassen Killer” eer aan.
Helaas is het water inmiddels al weer aan het zakken en Stefan en Benni zijn niet gerust op een goede vangst de komende week. De (grote) meervallen hebben zich de afgelopen dagen flink vol gevreten en kunnen met een volle maag met gemak een week uitbuiken zonder bij te eten, we zullen zien. Rond de klok van 18:00 pakken we op en varen we naar een stuk grasland wat nu ruim een meter onder water staat, het water begint hier nu langzaam uit te lopen. Dit betekent dat de aasvissen (brasem, harder, etc.) welke in dit gebied zitten tegen de stroom in gaan zwemmen en dus soort van gevangen zitten in dit stuk. Dit is te vergelijken als je een emmer met aasvissen leeggiet, de vissen blijven de emmer inzwemmen. De meervallen weten dit en wachten de vissen op aan de uitgang (de oude rivier bedding) en jagen in het donker tussen de planten en bosjes. Om te bepalen wie de eerste beet voor zijn rekening neem trekken Cris en ik een nummertje en het lot (Benni geheten) bepaalt dat Cris als eerst aan de bak mag.
We vissen met 6 hengels welke net als al het vismateriaal door Black Cat worden verzorgd, het zijn perfecte combi’s. Splinternieuwe Black Cat hengels en Fin-nor reels en molens gevuld met een stevige dynema lijn van 0,60 mm. Er worden hengels met 3 stokmontages uitgezet tussen de struiken en 1 aan de achterkant van het grasland, op 250 meter, in de nieuwe rivier bedding en 2 hengels met onderwaterdobbers (ODW) in oude rivier bedding. Benni is zeer zorgvuldig met de lijnen uit het water houden bij de stokmontages, vuil in de lijnen betekent trillingen en dat jaagt de grote vissen weg.
Bij de ODW gebeurt juist het omgekeerde, hij probeert zoveel mogelijk lijn over de bodem te laten. Dit resulteert in hengels ver op de kant en lijnen welke bijna parallel aan de oever naar de stek lopen. Ziet er toch wel wat vreemd uit als je lijn, door stokjes van de grond gehouden, pas 150 meter verderop onder de eigen kant het water inloopt. Hierdoor pikken ook deze lijnen geen vuil op en blijft je montage optimaal vissen en verjaag je de grote vissen niet. Vooral dit laatste is waar de mannen van Black Cat op focussen, op veel montages (ook vervuilde) vang je vis, maar de echte grote komen op doordachte aasaanbiedingen. Dit betekent zoals gezegd, schone montages en minimale activiteit op de stek in de vorm van boten, lijnen en boeien.
De temperatuur overdag is 34 °C en in de nacht is het heel vochtig bij 20 °C, muggen zijn er genoeg en overal op het water is activiteit. Vooral de (grote) harders en roofblei maken zoveel kabaal als ze springen dat je echt denkt dat er overal meerval zit en jaagt. Gelukkig heb ik zo’n pet met een muskietennet gekocht en flink wat antimuggen middel want dat zorgt er voor dat je ook echt een oog dicht kunt doen. Bij elke rinkel van het belletje of gil van de elektronische Rico beetmelders zit ik rechtop op in mijn slaapzak, wat een heerlijke spanning en zoals Marco Kraal het altijd noemt heb ik enorme vang-drang! Helaas blijft deze eerste nacht voor ons visloos, maar wat een sfeer van vrijheid heerst hier zeg. Prachtige zonsondergangen en je ziet enkel wat andere visser voorbei varen, niets of niemand stoort je hier. Rond de klok van 10 uur pakken we, als alles is opgedroogd, de spullen bijeen en gaan we weer naar de haven om aasvissen te vangen.
Op de terugweg bekijken we enkele mogelijke stekken en laat ik mijn oog vallen op een kleine onooglijke stek vol in de stroming waar gigantische bomen in diep water staan en liggen, mijn favoriete stekken, hier moeten ze toch liggen. Benni heeft dit gezien dus dezelfde avond gaan we hier zitten, het blijkt een geheime stek van hem te zijn waar verder niemand kan/durft te vissen. Er huizen enkele grote vissen, maar deze zijn hier heer en meester en ze kennen hun huiskamer door en door en zijn dus zeer moeilijk te vangen. Tevens is er slecht plek voor twee stretchers en drie hengels op de ene plek en 3 hengels 30 meter verderop waar je slechts alleen kunt zitten, hier slaap Benni bij de boot.
Drie hengels gaan met ODW’s stroom opwaarts achter de bomen zodat de montages schoon blijven van drijfvuil en worden via een extra “omlegger” aan de boomtakken bevestigd zodat de lijn toch stroomafwaarts naar beneden naar de ODW gaat. De eerste hengel met reel, vanwege de grote hijscapaciteit, wordt maar liefst +200 meter verderop uitgelegd over alle andere bomen, riet en takken. De andere twee hengels met molen worden dichterbij op dezelfde wijze uitgelegd. De andere drie hengels staan op dezelfde wijze stroomafwaarts waarbij de verste hengel op bijna 250 meter afstand achter de bomen en zelfs om de hoek wordt uitgelegd. Dit is vissen in extrema en ik snap waarom niemand deze stek zo bevist.
Ik ben verbaasd over de onderlijnmontages, super simpel en geen geneuzel. Waar ik vaak bezig ben de mooiste knopen te leggen, maken deze heren zich niet druk. Het dikke zachte nylon van 1,5 mm dik wordt met een 8 lus knoop vast gezet aan de wartel, maar door de dikte niet dicht getrokken. Dit blijkt echter geen enkel probleem, zelfs na de harde drils zijn deze knopen nog geheel intact en slippen nooit. Dat gaat me een hoop onnodig geklooi schelen in de toekomst.
Benni legt uit dat er bij een aanbeet meteen zo snel mogelijk lijn binnen gehaald dient te worden, de mededeling is draaien, draaien, draaien totdat de hengel uit je handen wordt gerukt, dan sla je aan en ondertussen springen we in de boot. Meteen daarna de mededeling, als we hier beet krijgen is het 99% zeker een monster, klinkt simpel en ontspannend, not! Maar wel uitdagend hahaha. Omdat Cris gisteren de eerste beet had mogen pakken, maar er niets gebeurde, is het vandaag mijn beurt (wat een collegialiteit!). Die nacht val ik amper in slaap omdat ik weet dat het gaat gebeuren. Om 02:45 zie ik opeens de top van de verste hengel doorbuigen en begint het topbelletje te rinkelen. Nog voor ik uit de slaapzak ben springt de hengel recht, even is er verwarring, is de vis weg? Enkele seconden later begint de hengel weer te buigen en te schokken. Snel pak ik de hengel, draai stak en voel weerstand en zet vervolgens de haak. De hengel buigt door tot de greep en springt direct weer recht, WHAT THE FUCK!!! Weg vis, is het enige wat ik (met mijn karpervis instinkt) kan bedenken. In de verte hoor ik echter enkel “Drehen, Drehen, was hab ich ihr gezacht? Drehen!!!” Blijkbaar is eerst de breeklijn van de steen-montage is gebroken, maar was die van de omlegger nog heel, deze heb ik vervolgens doorgeslagen en daarna viel de spanning weg omdat de vis zich stroomafwaarts naar ons af laat zakken. Snel draai ik als een idioot aan die achterlijke rechtshandige reel (wat een ontdingen) totdat ik weer contact voel. Inmiddels ligt Benni met de boot naast me en spring ik voorin. Ik draai me een ongeluk en voel slecht ligt contact met de vis. Eenmaal boven de vis trek ik de hengel flink rond, maar voel enkel een dode weerstand, er komt een forse boomtak boven water. Benni pakt deze en breekt hem af, na wat schudwerk komt de lijn weer vrij en trek ik de vis tussen de takken omhoog. Na wat vluchtpogingen onder de boot komt de vis omhoog, meerval! Met 137 cm geen monster, maar de kop is er af ik ben er heel erg mee in mijn nopjes
Benni is toch wel teleur gesteld, dergelijke “kleine” meerval vangt hij hier eigenlijk nooit omdat deze zich hier normaal niet durven te laten zien door de grote hongerige broeders. Hij vermoedt dan ook dat deze op dit moment of 100% passief zijn of ergens anders huizen. De hengel gaat niet opnieuw uit om de stek niet te verstoren en omdat het in het donker op deze stak onmogelijk is dit goed te doen. Verder gebeurt er die nacht helaas niets meer en pakken we moe maar voldaan weer onze spullen om naar een nieuwe stek te verhuizen en daar weer aasvissen te vangen.
Onderweg schrikken bij het zien van een andere stek welke we de dag ervoor gezien hebben. Deze stek bestaat uit een diepe uitgesleten geul strak langs de kant, waar het water gevaarlijk hard langs de kant heen scheurt en waar de kant overal afgebrokkelde. Er is (was) slecht heel weinig ruimte voor de steunen en amper 2 stretchers. Gelukkig zijn we hier niet gaan zitten, want deze plekken zijn er inmiddels niet meer, de gehele kant/wal is de kolkende diepte verdwenen. Als we hier gezeten hadden was het avontuur niet positief afgelopen.
Voor vandaag valt de stekkeus op een lange zandbank welke in vier stappen afdaalt naar 5 meter, op elk talud wordt die avond een hengel geplaatst. De vijfde hengel gaat met een stok-montage op slechts 1,10 meter dipte tegen de stroom in. Dit zou een stek zijn met aardig waar “kleinere” vissen liggen, of met slechts enkele wat grotere vissen. Er zouden afdoende aasvissen te vangen zijn dus dat doen we hier overdag. Benni gaat ondertussen terug naar het camp om Klaus te helpen om van uit de modderige en ratten vergeven haven naar de havenmond te verhuizen. Tegen het einde van de middag is hij terug en zetten we gezamenlijk de hengels uit.
Die avond is het heerlijk warm en raken we ook wat meer in gesprek met Benni. Blijkbaar moet hij even wennen dat wij ons niet elke avond vol gieten en vooral en enkel met vissen bezig willen zijn en veel willen leren. Hij verteld over de vele avonturen van hem en Stefan en over de vele monsters welke hier op de rivier huizen, vooral dat laatste doet je duizelen. Ook blijkt de enorme dressuur welke er heerst op de rivier aan het einde van het seizoen. De grote meervallen weten inmiddels zeer goed hoe het werkt en kennen hun omgeving als hun spreekwoordelijke broekzak en laten zich niet zomaar verrassen. Ook verteld hij hoe goed zij het water kennen en met behoorlijke zekerheid weten wat er gevangen gaat worden, hoeveel en zelf hoe groot. Tuurlijk hebben ze het wel eens mis, en vooral deze omstandigheden, tussen hoog en normaal water is het water lastig in te schatten, maar gelukkig heeft hij gelijk over de vissen op deze stek. Om 20:45 begint er plots een hengel/belletje te rinkelen en is het de beurt aan Cris. Geen keiharde aanbeet, hij moet zelf namelijk de breeklijn kapot slaan. Na een korte dril land hij een mooie vis van 1.35 meter. Deze gaat na enkele snelle plaatjes weer terug. Kleine tip, bevestig je breekstaafje aan je belletjes, dan kun je ze na de aanslag makkelijk terugvinden in het donker.
Dat de vis los is blijkt uit het fijt dat we regelmatig meerval horen jagen en azen, het jagen klinkt alsof het aasvissen regent en hoor je luide staart slagen. Als ze een vis van het oppervlakte pakken klinkt dit alsof je een emmer onder water drukt, met een doffe “bluonk” hoor je dan hoe ze een vis samen met vele liters water van het oppervlakte naar binnen zuigen.
Omdat ik tijdens het vissen altijd licht slaap hoor ik rond de klok van 00:45 meerdere aasvissen springen rondom de stok-montage en hoor ook deze “bluonk” daar uit de buurt komen. Meteen daarna begint de topbel te rinkelen en staat de hengel stevig te bokken. Ook nu breekt de meerval de breeklijn niet (wat duid op een kleinere vis) en moet ik deze dus zelf doorslaan, dit doet de hengel diep doorbuigen, maar daarna springt deze meteen weer recht. “Drehen, Drehen, Drehen”denk ik dus ik draai als een gek aan de hendel van de Fin-nor 9500. Ik heb snel contact met de vis en pomp deze onze kant op. Helaas lukt dit wat betekend dat er geen monster aan de haak hangt, maar vis is vis. Voor de kant draait hij nog wat rond en daarna pakt Benni de vis meteen in de bek. Hebbes, weer een mooie vis, deze meet 1.34 cm en maakt me een gelukkig mens.
Ook deze vis mag weer gaan zwemmen en ik hoop dat hij zijn dikke mama naar ons toe stuurt om eens een lesje te leren aan die ongeschoren kerels die haar koters zo pesten. De rest van de nacht blijft echter stil en de volgende ochtend zijn we op tijd wakker omdat de zon hier recht op ons staat te stralen. Geen probleem want de zon op- en ondergangen zijn hier werkelijk adembenemend mooi.
Benni gaat vroeg op pad om zelf te proberen wat aan het oppervlakte op meerval te vissen bij de havenmond waar Klaus zit te vissen. Wij pakken een lekkere bak oplos-cappuccino en enkele heerlijke boterhammen Nutella, mijn favoriete vakantie ontbijt. Ik sta op mijn gemak wat foto’s te maken van de zonopkomst en film wat, net als ik alles weer heb opgeborgen spring de verste ODW hengel recht en is het de buurt van Cris. We staan er alleen voor, maar dat is geen enkel probleem, we staan ons mannetje wel. Terwijl Cris zijn best doet om met de reel zo snelmogelijk 250 meter lijn op te draaien, deze netjes over de spoel te verdelen en zonder te struikelen naar de vis toe te lopen. Loop ik met hem mee met een handschoen, zijn camera en een zijl in de hand. Als we bij de stek aan zijn gekomen blijkt de vis nog op exact dezelfde plek te liggen en deze begint pas te zwemmen als we bij hem zijn. Veel verweer is er ook nu weer niet en Cris land een meerval van 1.28 meter. Mooie vis, maar weer geen van de gehoopte en zo begeerde Po monsters.
Omdat ik niet met een hengel op de kant wil blijven zitten, besluit ik deze opnieuw uit te leggen. We hebben echter geen boot, maar geen nood. Door eerst de steen schuivend op de lijn zonder aasvis, maar wel met een dobber opnieuw uit te werpen met de hand en daarna de dobber met de spinhengel op te vissen ligt deze mooi op de stek. Door nu de ODW met aasvis weer aan de lijn te knopen en het geheel daarna weer strak te draaien ligt ook deze hengel weer op scherp. Cris kijkt me aan met een blik van hoe bedenk je dat zo, ik denk wat thuis werkt werkt hier ook. Helaas zijn we die ochtend ook getuigen van een mindere kant van de vrijheid rondom het vissen op de Po. We zien twee gasten met een geluid stille boot langdurig op het water bezig zijn, dit ken ik, dit zag ik vroeg op de Maas ook altijd. Stropers welke lijnen aan ophalen zijn om op meerval te vissen, gelukkig hebben ze niets gevangen. We vertellen dit later die dag aan Benni en dit leid er later die week toe dat al de lijnen van deze mannen worden opgevist en worden overgedragen aan de instanties, helaas zonder de stropers zelf.
Ook deze nieuwe dag wordt gevuld met aasvissen vangen en fotograferen, tegen het einde van de middag is Benni terug zonder vangst en worden alle hengels opgehaald en voorzien van verse brasems (maatje vloermat) en middelmaat barbelen, een hengel wordt voorzien van een klein karpertje omdat er hier veel kleine aasvis rond zwemt. Saillant detail is dat op een na, alle vervangen oude aasvissen beetwonden hebben, we hebben vannacht dus vaker bezoek gehad van onze besnorde vrinden, maar deze hebben zich niet gehaakt.
Vanavond heeft Benni er een goed gevoel over. Volgens hem komen er vanavond geen kleintjes meer en komt er een beter exemplaar op bezoek, goed nieuws voor mij want vanavond is het weer mijn beurt en ik heb wel zin om een flink robbertje te knokken met een Po reus.
Deze avond gaat er een extra hengel mee uit en vissen we 5 hengels stroomafwaarts en een gaat er weer naar de stok-montage. Na een lekker hapje eten, pasta met extra knoflook tegen de muggen. Zitten we gezellig met zijn drieën sterke verhalen te vertellen, we blijven vissers natuurlijk, maar onderhuids is de spanning te snijden. Opeens hoor ik stroomopwaarts flink wat harders uit het water springen en klinkt er een zeer luide “ bluock” meteen daarna spring de stok-montage hengel recht. Ik bedenk me geen moment en spring op uit mijn stoel sleur de hengel met steun en al uit de grond en begin te draaien. Wanneer ik contact heb met de vis ram ik de hengel krom en blijft deze krom. YES, dit is hem, hangen! Ik voel de vis langzaam maar log mijn kant op zwemmen, maar dit voelt goed. Als de vis bijna ter hoogte van ons is tipt Benni dat ik de slip even een tandje losser moet zetten. Zo gevraagd zo gedaan. Nog geen 2 seconden daarna besluit de vis dat hij geen zin heeft om bij die ongeschoren en ongedouchte heren op bezoek te gaan en zet met spoed koers richting midden van de rivier. De Fin-nor slip schreeuwt het uit en ik heb moetje om op de been te blijven, Benni lacht en ik geniet met volle teugen. Met een tot in de greep gekromde hengel stap ik in de boot en volgen we de woeste vis. Eenmaal weer boven de vis duikt deze meteen onder de boot door terug de diepte in, ik zit voorin in de boot op mijn knieën en laat de vis zich lekker uitleven. Met de zware hengel hoepeltje rond en het topdeel regelmatig ver onder water dril ik de vis behoedzaam af. Dit is genieten, hier kan geen karper dril tegen op JONGE!!! Zo’n 10 minuten duurt de dril en de vis slaat regelmatig het water tot schuim en we zien een prachtig getekende forse vis naast de boot komen. Benni tikt de vis op zijn kop, maar deze is nog niet tam. De tweede keer heeft de vis minder kracht meer en grijpt hij in de bek van de vis en trekt deze aan boord op de reeds gereedliggende en natgemaakt mat. Top, een prachtige vis van een beter kaliber, eindelijk. Met een luide “Petrie heil” (een vissers geluktwens welke veel in Oostenrijk en Duitsland wordt gebruikt) zijn er de felicitaties van Benni met dikke complimenten voor mijn drilsteil, ik ben over the moon.
Eenmaal aan de kant staat Cris met open mond in de boot te kijken en helpt als we de vis aan land tillen, na meten komt het vonnis uit op 1.88 meter en een geschat gewicht van rond de 40 kg. Heerlijk, mijn target voor deze trip van een vis die minimaal zo groot is als ik is binnen, YES, YES, YES. De vis gaat aan de stringer en wordt op diep water weggehangen om de volgende ochtend foto’s te maken. Die nacht slaap ik slecht, de adrenaline pompt nog door mijn aderen. Ik geniet van een prachtige heldere nacht, de rondvliegende reusachtige uilen en de sterren hemel, want zoals elke avond slaap ik hier zonder tent of paraplu lekker op de stretcher in mijn slaapzakkie. Enkel een muskietennet trek ik over mijn kop om me te beschermen tegen de moordlustige muggen. De volgende ochtend maakt Benni meerdere prachtige foto’s ter herinnering van een prachtige vis en dit fantastische avontuur.
Na het fotograferen zit ik onder het slijm en modder en vind ik het na 4 dagen hoog tijd om eens echt te douchen. Benni moet die dag naar Klaus omdat deze inkopen moet gaan doen en ik maak hier dankbaar gebruik van. Iemand moet tijdens zijn break zijn karperhengels bewaken, daar ben ik natuurlijk altijd toe bereid. Cris vindt douchen helaas niet nodig dus ik vertel hem dat ik dan vanavond gaan tegen de wind in van hem slapen, gelukkig kan hij er ook hard om lachen.
Ik pak mijn douchespullen en foto toestel uit mijn tas en stap in de boot, we varen een uurtje met de stroom mee terug naar het kampement van Klaus. Onderweg passeren we de meest prachtige stukken water en ik geniet van deze vrijheid en prachtige ruige natuur, waarom moeten wij in NL toch altijd alles opruimen en structureren.
Eenmaal aangekomen op de stek van Klaus worden we hartelijk door hem begroet. Hij heeft de karper goed op zijn stek zitten en heeft de afgelopen nacht meerder vissen gevangen en moet ook tijgernootjes gaan koken. Vannacht heeft hij een grootse vis verspeeld door hengelbreuk, hij had sterk het vermoeden dat het om karper ging en niet om een meerval. Dat zou nog spannend kunnen worden. Ik merk dat het ook hoog tijd wordt dat Klaus gaat douchen en hij en Benni varen naar de overzijde waar het kamp ligt, mij achterlatend tussen bergen boillies, zure maïs, tijgernoten en vismeel pellets. Toch best leuk om ook nog even op karper te kunnen vissen op deze grote en ruige rivier en ook op deze stek. Overal liggen grote stenen, takken en afgemeerde boten, dus een dril wordt hier nog leuk. Net als ik met het thuisfront sta te bellen gebeurt onverwacht het onvermijdelijke, een van de hengeltoppen kromt zich en de beetverklikker begint het uit te gillen. BEET!!! Snel zeg ik dat ik aan de bak moet hang de telefoon op, pak de hengel en zet de haak. Hangen, this must be my lucky day denk ik. De slip begint meteen te lopen en mokkend kiest de karper het hazenpad richting boten en afmeerpalen. Zo goed zo kwaad als het gaat daal ik over de grote stenen de steile damwand af en stap in de boot. Ik besluit echter niet vanuit de boot achter de vis aan te gaan, maar deze uit de afgemeerde boot af te drillen. Na een tiental hachelijke minuten land ik een prachtige dikke en hoge schubkarper. Ik verwacht dat de vis mooi over de 15 kg zal gaan dus stop hem in een bewaar zak en hang hem snel achter de boot. Ik vaar de hengel weer uit naar de stek, strooi wat nootjes in het rond en hoop dat ik nog zo’n toetje zal krijgen. Dit duurt niet langer dan 30 minuten, als ook de linker hengel welke strak onder de kant tussen de enorme keien ligt krom springt. Verder gebeurt er echter niets, maar het blijkt dat de slip pot dicht staat en dat de vis niet verder weg kan. Met moeite trek ik de hengel uit de steunen en sla ook deze vis aan, na een korte maar zeer heftige dril heb ik een ongeveer 10 kg zware schup achter de boot, maar tijdens een laatste run schiet de haak los. Weg, en weg is pech.
Na een uurtje zijn Benni en Klaus weer terug en ziet Klaus al aan mijn ogen dat er wat is gebeurt. Ik vertel hem wat er is gebeurt en dol enthousiast feliciteert hij me en zegt dat ik hem geluk ga brengen, dit bleek ook zo te zijn want daarna vangt hij die dag nog meerdere karpers, good for him! Helaas is de gevangen vis nogal wat lichter dan verwacht, maar met 14 kg ben ik een prachtige Po karper rijker en ben ik toch echt wel in mijn nopjes.
Na het maken van de foto’s nemen we afscheid van Klaus en kan ik eindelijk even douchen en scheren en een zeer nodige sanitaire stop maken, het lukt me namelijk nooit om in de vrije natuur zonder toilet bril een kangaroe te kleien. Na een halfuur voel ik me als herboren, ik pak snel enkele flessen koud drinken en daarna vertrekken we weer richting Cris.
Cris heeft zich prima vermaakt en heeft inmiddels enkele prachtige barbelen van +65 cm gevangen, een hand vol mooie brasems en enkele dwerg meervallen. We pakken onze spullen in en vertrekken naar de een na laatste stek van onze week, het is namelijk al weer woensdag. Het weer is veranderd en het begint bewolkt te worden. Benni gaat voor een ondiepe stek waar normaal gesproken veel aasvissen moeten zitten en bij een goede waterstand altijd wel enkele vissen te vangen zijn. Bij aankomst blijkt het eigenlijk nog net iets te hard te stromen, maar we gaan er toch voor. Snel worden de hengels uitgelegd omdat dit een stek is waar het vroeg op de avond moet gebeuren. Er gaan die nacht (slechts) 4 hengels uit en we verschansen ons snel in onze tenten die we de eerste keer deze week opzetten. Net nadat ik een lekker potje pasta heb gekookt begint het te gieten, te stormen en te onweren en dit zal de gehele nacht niet meer ophouden.
Rond een uurtje of 10:00 begint een van de beetmelders te gillen en staat er een hengel in de steunen te bonken tijdens een gigantische regenstorm, het is Cris zijn beurt. We snellen met zijn drieën naar buiten, Cris pakt de hengel en Benni duikt in de boot en ik help ze in de boot en duw deze over de ondiepte naar dieper water zodat ze de motor kunnen starten. Snel varen ze door de storm golven de duisternis in, richting vis. Al snel zie ik hen weer terug komen, het bleek een kleine vis van rond de meter te zijn geweest welke ze meteen hebben teruggezet. Snel wordt in de stortregen de hengel toch weer uitgelegd en staat 15 minuten later alles weer op scherp. Doorweekt tot op het bot kruipen we weer onze tenten in. Ik trek snel droge kleren aan en duik in mijn warme slaapzak, het is de eerste keer deze week dat het koud is. De volgende ochtend is de rust wedergekeerd en is er verder geen beet meer geweest, ik geniet van een prachtige ochtend zon en schiet vele foto’s van onze hengels en de prachtige omgeving.
Op ons gemak pakken we de hengels bijeen, ruimen de tenten op en vertrekken richting camp, we hebben besloten om de laatste avond op het strand bij het camp te vissen. Het is hier op sommige plekken snel diep en dit zullen zeker standplaatsen zijn van enkele grote vissen, omdat de vissen niet rond trekken proberen we ze in hun huiskamer te verschalken. Deze stek is extra handig omdat we dan morgen snel de spullen kunnen pakken en zodoende kan ik ook een beetje op tijd aan de 1.300 km lange rit huiswaarts beginnen. Deze stek wordt slechts zelden passief bevist omdat het geen aasplek is. De vissen liggen hier vaak passief als ze niet jagen, meestal niet de kleinste waarschuwt Benni.
We vissen ieder met 3 hengels, Cris op de punt en ik langs de lange kant op dieptes van 3 to 8 meter. Benni geeft aan dat de beten hier vooral uit agressie zullen zijn van een meerval die geen andere vissen op zijn standplaats duld, vandaar de 50+ cm brasems aan de haken. Hierbij zet hij de dreg van de takel ver achter op de staar van de aasvis, zodat een happende meerval mogelijk in deze dreg zal buiten en zichzelf haakt. Al binnen 30 minuten na het inleggen van mijn diepste hengel wordt de brasem erg nerveus en springt de top van de hengel plots recht, maar verder gebeurd er niets. De breeklijn naar de ODW is niet gebroken en ik voel de brasem nog zwemmen. Iets heeft de grote aasvis en de 4 kg zware steen van zijn plek weten te krijgen. We besluiten de hengel gewoon te laten liggen en deze weer op spanning te draaien. In het daarop volgende half uur blijft de brasem erg nerveus op de hengel beuken, een teken van aanwezigheid van meerval. Dan opeens beukt de hengel enkele keren hard naar onder zonder dat er verder iets gebeurt. Ik sta met mijn manden rond de greep van de hengel, maar er gebeurt niets, helemaal niets. Daarna blijft de brasem gewoon weer nerveus op de hengeltop tikken. Benni geeft aan dat dit de agressie beet is geweest en waarschijnlijk heeft de brasem enkel een flinke ram gehad van de kop of staart van de meerval, wel is hij zeker dat dit een grote is geweest.
Met gezonde spanning wachten we wat er komen gaat en maak ik enkele foto’s van de mooiste zonsondergang welke ik ooit gezien heb. Cris snapt er allemaal maar niets van, al dat melancholische gedoe, net zo overbodig als romantiek vooraf aan een gezellige avond met je dame. Ik noem hem lachend een lompe boere… en zeg hem dat ik dit rodewijn momentje wel verdiend heb.
Rond de klok van 21:00 vertrekt Benni om samen met Stefan, voor ons en de ander gasten, pizza’s te halen bij het restaurant wat naast het camp licht (slechts 400 meter verderop). Als hij voor het vertrek echter 4 stringertouwen en het onthaak zijl bij ons achter laat ruiken wij echter verraad, die gaan niet snel terugkomen. Na hun vertrek zakken we lekker onderuit achter de hengels en genieten we van de laatste nacht aan het water en eten we ons laatste proviand op, na die pizza’s zullen wel kunnen fluiten. Het is rond de klok van 0:30, ik ben nog wakker als er uiteindelijk een boot komt aanvaren welke net voorbij mijn hengels de kant op komt varen, meteen spring er een zeer verstrooide pizza koerier uit welke verdacht veel op een dronken Benni lijkt. Beide heren, Stefan en Benni, zijn flink beschonken en hebben zich de Sambuka goed laten smaken. Ik bedank de beide heren met een glimlach en ze vertrekken zonder veel (verstaanbaars) te zeggen terug in de nacht richting de gasten van Stefan. Cris en ik laten ons de ijskoude pizza’s toch nog goed smaken, sterker nog het smaakt als een feestmaal. Veel later die nacht komt Benni weer aanvaren en sluipt hij zo stil mogelijk, maar met behoorlijk wat geslinger naar zijn tent en kruip al snurkend in zijn slaapzak.

Als ik vroeg in de ochtend mijn ogen weer open doe is er die nacht naast wat geïrriteerde brasems niet geweest wat onze hengels heeft laten rammelen. Jammer maar helaas, maar dat is vissen; dromen en realiteit liggen soms dicht, maar soms ook ver van elkaar.
Ik zie Benni al bezig zijn spullen te ordenen, het is ook zijn laatste dag gidsen hier, maar hij is nog wat stiller dan zijn ochtend humeur hem normaal al toelaat, ook na een paar bakken koffie. Rustig pakken we onze spullen en na een uurtje ligt alles op de steiger en kunnen we de auto’s inladen en maken we de boot schoon. We komen er nu ook achter, via Stefan, waarom Benni zo gehumeurd is. Hij heeft vannacht met zijn dronken harses een sprong vanaf Stefan zijn boot gemaakt met zijn dure camera om zijn nek en lande plat op zijn bek in een bak met modder. Ze hebben er daar die nacht met zijn alle hart om gelachen, maar dit lachen was Benni totaal vergaan toe hij er achter kwam dat zijn camera was verzopen. Balen voor hem en spannend voor ons omdat er veel foto’s van ons op stonden. Gelukkig bleken de geheugenkaarten nog OK en hebben we de foto’s later nog thuis gestuurd gekregen.
Als alles is gepakt en we alle kosten voor drankjes, benzine en dergelijke hebben betaald kunnen we eindelijk richting huis rijden. De prachtige, maar lange terugreis duurde in het totaal 13 uur, en om 1:00 ben ik eindelijk thuis die nacht droom ik natuurlijk al weer over dikke meervallen.
Ik kan jullie een trip met deze mannen van harte aanbevelen, je kunt het bij hen net zo inrichten als je wilt. Van compleet doe het zelf tot geheel verzorgt, voor meer info kijk je op: http://www.neckarwaller.de/index.php?option=com_content&task=view&id=124&Itemid=178
Tot aan de waterkant.

 


maandag 26 november 2012