De 212cm meerval van Tom
Toen ik in juni van dit jaar besloot om me op meerval te gaan concentreren, had ik een heel concreet doel voor ogen: ik wilde mijn persoonlijke record qua lengte verbreken. Dat stond intussen alweer een paar jaar op 148 cm – een konger die ik in Schotland vanaf de rotsen had mogen vangen – en een beetje meerval gaat daar vlot over, toch? Toch?
Half augustus begon ik te denken dat de grote meervallen mij niet sympathiek genoeg vonden om me met een bezoekje te vereren. Ik ving er zo nu en dan wel eentje, maar ze waren vaker onder de meter dan erboven, en de 149 haalden ze op geen duizend jaar. Ik begon me er al zo’n beetje bij neer te leggen, vooral ook omdat ik, door mijn drukke baan en de twee tijdrovende piepjonge schatten-van-dochters thuis, niet genoeg tijd had om de Keizer van het zoete water op een fatsoenlijke wijze te belagen.
Toen ik in contact kwam met Ivan Vanpraet – een bekende en zeer gerespecteerde Belgische visser uit mijn streek (hij werd o.a. derde op de Predatorwedstrijd op het Volkerak! – flakerde mijn hoop echter weer op. Ivan vertelde me van een unieke gîte op de oevers van de Tarn: je kon er ’s nachts een paar hengels uitzetten en toch naast vrouwlief liggen, er was een kindvriendelijk klein zwembadje bij (én een speciaal bassin voor de aasvissen), het was er altijd mooi weer en in de nabije omgeving stikte het van de bezienswaardigheden (voornamelijk authentieke en zeer sfeervolle bergdorpjes).
En zo kwam het dat ik mijn gezin & een klein voorraadje hengelsportmateriaal naar de streek van Toulouse sleurde.
Ivan had niets te veel gezegd: de locatie was schitterend, en in de hengelsportzaak kreeg ik inderdaad foto’s te zien van ware monsters van meervallen. Eén ding klopte helaas niet aan z’n verhaal: na drie nachten dapper aasvissen uitvaren en aan boeien knopen (met de pedalo-van-het-huis: bijzonder amusant was dat!), had ik nog geen actie gehad. Ik had het erover met de eigenaar van het huisje, José, en hij dacht dat de vissen door de zelfs voor die streek zeer hoge temperaturen misschien op een andere stek rondhingen.
Toen hij me uitnodigde om het die nacht een keertje te proberen een halve kilometer verder samen met hem, twijfelde ik dan ook geen minuut (en vrouwlief zag er gelukkig ook geen graten in). Rond de schemer hadden we ons dan ook comfortabel geïnstalleerd: elk twee hengels, op een meter of dertig uit de kant, boven zes meter water. We openden een flesje wijn (een witte, Entre-deux-mers – uitstekend, werkelijk!) en toastten, maar aan drinken kwamen we niet toe, want één van mijn hengels stond al te daveren in de steun. Na een stevige dril (op behoorlijk zwaar materiaal: mijn getrouwe heilbotset namelijk: een Penn Wave Blaster 30/50 lbs plus TRQ 100 reel, met 50/00 Ultracat erop) kon ik mijn droom landen: een vis van 150 cm... Ik was euforisch: yessss!
We namen wat foto’s, maar op dat eigenste ogenblik brak een van de andere breeklijntjes: mijn overgebleven hengel. De vis voelde nog zwaarder aan, en na een aantal snoeiharde runs kreeg ik mijn tegenstander te zien. Hij was fenomenaal – ik viel bijna omver van de schok. Gelukkig maakte ik geen fouten (of toch geen fouten die afgestraft werden), en nog eens tien minuten later kon ik de meerval bij de onderkaak grijpen... 212 cm – ik stond te dansen van geluk!
Half augustus begon ik te denken dat de grote meervallen mij niet sympathiek genoeg vonden om me met een bezoekje te vereren. Ik ving er zo nu en dan wel eentje, maar ze waren vaker onder de meter dan erboven, en de 149 haalden ze op geen duizend jaar. Ik begon me er al zo’n beetje bij neer te leggen, vooral ook omdat ik, door mijn drukke baan en de twee tijdrovende piepjonge schatten-van-dochters thuis, niet genoeg tijd had om de Keizer van het zoete water op een fatsoenlijke wijze te belagen.
Toen ik in contact kwam met Ivan Vanpraet – een bekende en zeer gerespecteerde Belgische visser uit mijn streek (hij werd o.a. derde op de Predatorwedstrijd op het Volkerak! – flakerde mijn hoop echter weer op. Ivan vertelde me van een unieke gîte op de oevers van de Tarn: je kon er ’s nachts een paar hengels uitzetten en toch naast vrouwlief liggen, er was een kindvriendelijk klein zwembadje bij (én een speciaal bassin voor de aasvissen), het was er altijd mooi weer en in de nabije omgeving stikte het van de bezienswaardigheden (voornamelijk authentieke en zeer sfeervolle bergdorpjes).
En zo kwam het dat ik mijn gezin & een klein voorraadje hengelsportmateriaal naar de streek van Toulouse sleurde.
Ivan had niets te veel gezegd: de locatie was schitterend, en in de hengelsportzaak kreeg ik inderdaad foto’s te zien van ware monsters van meervallen. Eén ding klopte helaas niet aan z’n verhaal: na drie nachten dapper aasvissen uitvaren en aan boeien knopen (met de pedalo-van-het-huis: bijzonder amusant was dat!), had ik nog geen actie gehad. Ik had het erover met de eigenaar van het huisje, José, en hij dacht dat de vissen door de zelfs voor die streek zeer hoge temperaturen misschien op een andere stek rondhingen.
Toen hij me uitnodigde om het die nacht een keertje te proberen een halve kilometer verder samen met hem, twijfelde ik dan ook geen minuut (en vrouwlief zag er gelukkig ook geen graten in). Rond de schemer hadden we ons dan ook comfortabel geïnstalleerd: elk twee hengels, op een meter of dertig uit de kant, boven zes meter water. We openden een flesje wijn (een witte, Entre-deux-mers – uitstekend, werkelijk!) en toastten, maar aan drinken kwamen we niet toe, want één van mijn hengels stond al te daveren in de steun. Na een stevige dril (op behoorlijk zwaar materiaal: mijn getrouwe heilbotset namelijk: een Penn Wave Blaster 30/50 lbs plus TRQ 100 reel, met 50/00 Ultracat erop) kon ik mijn droom landen: een vis van 150 cm... Ik was euforisch: yessss!
We namen wat foto’s, maar op dat eigenste ogenblik brak een van de andere breeklijntjes: mijn overgebleven hengel. De vis voelde nog zwaarder aan, en na een aantal snoeiharde runs kreeg ik mijn tegenstander te zien. Hij was fenomenaal – ik viel bijna omver van de schok. Gelukkig maakte ik geen fouten (of toch geen fouten die afgestraft werden), en nog eens tien minuten later kon ik de meerval bij de onderkaak grijpen... 212 cm – ik stond te dansen van geluk!



Bijzonder was ook het materiaal waarmee ik hem ving: de Fun Stik van Black Cat – een behoorlijk lichte hengel, die helemaal niet gemaakt is voor het boeiensysteem, maar wel voor het bootvissen met kwakhout – en een Penn Atlantis 7000 met slechts 30/00 Ultracat gevlochten lijn erop: materiaal dat absoluut aan de lichte kant is om vanaf de obstakelrijke kant te vissen, maar zelfs zo’n gigant bleek aan te kunnen! Maar de nacht was nog niet voorbij: een vis van 180 cm en een van 103 cm kwamen ook nog even langs om mij “bonne nuit” te wensen... merkwaardig genoeg vielen ze allemaal voor mijn hengels! Misschien had ik mijn geluk opgespaard dit jaar?
De volgende middag zaten José en ik wat na te genieten van de vangst op het terrasje van de Gîte, toen een bootje tjokvol ‘gardes de pêche’ (viswachters) aanmeerde. Ze deden wat streng (wordt er hier genachtvist? Zijn die brasems wel aan de maat? etc.) maar binnen de tien minuten waren ook zij van een glas wijn aan het snoepen. Ik besloot die avond echter maar niet te vissen, en dat was wijselijk, want even voor middernacht kwam het politiebootje weer langsgevaren, met zoeklichten en alles... Ik baalde wat, want het was mijn laatste kans om een nacht te vissen, maar niet al te zeer, want ik zat op een wolk: zo euforisch was ik door de vangst van die reus. Zelfs nu ik dit zit te typen begin ik als vanzelf weer te glimlachen – zo gelukkig was (en ben) ik!
Wie het ook eens wil proberen in die streek, moet beslist eens kijken naar de website van de Gîte: http://www.carnassiers.com/sommaire/materiel/selection/gite-tarn.html.
Het is echt de gedroomde bestemming voor wie wil kunnen vissen op gezinsvakantie, zonder de sfeer al te vissig te maken... Doe José de groeten van mij als je zou gaan, en koop in de supermarkt maar meteen een flesje Entre-deux-mers, want die brengt geheid geluk!
Tom
De volgende middag zaten José en ik wat na te genieten van de vangst op het terrasje van de Gîte, toen een bootje tjokvol ‘gardes de pêche’ (viswachters) aanmeerde. Ze deden wat streng (wordt er hier genachtvist? Zijn die brasems wel aan de maat? etc.) maar binnen de tien minuten waren ook zij van een glas wijn aan het snoepen. Ik besloot die avond echter maar niet te vissen, en dat was wijselijk, want even voor middernacht kwam het politiebootje weer langsgevaren, met zoeklichten en alles... Ik baalde wat, want het was mijn laatste kans om een nacht te vissen, maar niet al te zeer, want ik zat op een wolk: zo euforisch was ik door de vangst van die reus. Zelfs nu ik dit zit te typen begin ik als vanzelf weer te glimlachen – zo gelukkig was (en ben) ik!
Wie het ook eens wil proberen in die streek, moet beslist eens kijken naar de website van de Gîte: http://www.carnassiers.com/sommaire/materiel/selection/gite-tarn.html.
Het is echt de gedroomde bestemming voor wie wil kunnen vissen op gezinsvakantie, zonder de sfeer al te vissig te maken... Doe José de groeten van mij als je zou gaan, en koop in de supermarkt maar meteen een flesje Entre-deux-mers, want die brengt geheid geluk!
Tom
vrijdag 2 september 2011